Roerbakken is al omscheppend bakken op hoge stand. Dit is een snelle bereidingswijze omdat de ingrediënten -vaak kleurige groenten en meerdere soorten vis- in kleine stukken gesneden zijn en dus snel gaar worden.  

Roerbakken gaat het beste met stevige vissoorten. Dit zijn bijvoorbeeld: tonijn, zalm, tilapia, grote garnalen, meerval en zeewolf. Minder stevige vissoorten vallen tijdens het omscheppen sneller uit elkaar. Vis wordt wat steviger als je het besprenkelt met citroensap en even laat staan. Gebruik een wok met een goede antiaanbaklaag. Vis heeft soms de neiging om vast te plakken aan de pan. Verhit de wok eerst voor, schenk de olie erin en laat deze over de hele bodem uitvloeien. Zodra de olie heel licht walmt kunnen smaakmakers zoals ui en knoflook erdoor. Als die gaan geuren kan de vis erbij. Schep vis niet te vaak om, zodat het heel blijft. De vis is klaar als de stukken ondoorschijnend zijn. 

1. Dep de visfilets eerst goed droog.
2. Snijd vervolgens de visfilets in gelijke stukken, repen of blokken.
3. Besprenkel de stukjes vis met citroensap en bestrooi de vis met peper en zout (of met viskruiden naar wens).
4. Wentel de vis door de bloem.
5. Verhit een wok en schenk olie langs de rand van de wok.
6. Als de olie walmt is hij heet en kunt u de vis in de wok doen.
7. Bak de vis al omscheppend in 2-3 minuten bruin en knapperig.
8. Schep de vis op een bord.
9. Bak in het bakvet van de vis de groente in 4 minuten gaar.
10. Doe nu de vis weer terug in de pan, bij de groente en bak het mengsel nog 2 minuten.